check

doe de zelftest

Start hier jouw zelftest.

Druk op de start knop om deze vragenlijst te starten.

Start

Question 1 of 11

1- De aspecten in de verkoop waar ik mij het minst op mijn gemak voel zijn:

A

Prospectie en afspraken maken.

B

De controle over het gesprek behouden.

C

Het aanbod overtuigend overbrengen.

D

Reageren op bezwaren.

E

De deal effectief sluiten.

Question 2 of 11

2- Ik prospecteer telefonisch:

A

Niet

B

Niet graag omdat ik mensen niet lastig wil vallen.

C

Wel, omdat het er nu eenmaal bij hoort.

Question 3 of 11

3- Als ik telefonisch prospecteer:

A

Weet ik precies wat te doen om de aandacht te grijpen.

B

Vind ik het moeilijk om de aandacht te grijpen.

C

Weet ik niet hoe eraan te beginnen.

Question 4 of 11

4- Hoeveel procent van de tijd ben je zelf aan het woord tijdens het verkoopsgesprek?

 

A

90% van de tijd

B

70% van de tijd

C

50% van de tijd

D

30% van de tijd

E

10% van de tijd

Question 5 of 11

5- Als je product of dienst min of meer vergelijkbaar is met dat van de concurrent dan:

A

Is het vooral een kwestie van in te zetten op de prijs.

B

Dan stel ik best niet te veel vragen aan de klant, maar moet ik vooral de kwaliteit van onze dienstverlening in de verf zetten.

C

Dan stel ik net meer vragen.

Question 6 of 11

6- Een klant overtuig je door:

A

Veel uitleg te geven over het product tot de klant overtuigd is.

B

Technische termen en vakjargon te gebruiken zodat de klant in mij de expert ziet.

C

Niet al te veel te vertellen over het product, enkel wat noodzakelijk is.

Question 7 of 11

7- Wanneer begin je aan het voorstel van je product of dienst:

A

Zo snel mogelijk om te weten te komen wat de klant precies interesseert.

B

Van zodra de klant een nood of probleem aangeeft.

C

Ik wacht zo lang mogelijk met het voorstellen van mijn product of dienst omdat ik de klant eerst zo veel mogelijk wil uithoren.

Question 8 of 11

8- Een klant die korting vraagt:

A

Geef ik korting om de deal zeker te kunnen sluiten.

B

Vraag ik hoeveel korting hij in gedachte had, en ga daarover vervolgens onderhandelen.

C

Kan ik meestal wel overtuigen zonder korting te moeten geven.

D

Daaraan stel ik de vraag of hij effectief zal kopen als ik extra korting zou geven.

E

Daaraan stel ik bijkomende vragen om af te checken of ik wel echt een korting moet geven.

Question 9 of 11

9- Een klant die na mijn presentatie zegt: "bedankt, ik ga er nog eens over nadenken" beantwoord ik met:

A

Uiteraard. Moest u nog verder info wensen, contacteer me dan zeker.

B

Waaraan twijfelt u nog?

C

Met wie of wat wenst u nog te vergelijken?

D

Uiteraard, het gaat over een belangrijke beslissing. Ik contacteer u volgende week terug.

Question 10 of 11

10- Het juiste moment om het order te vragen

A

Ik weet niet wanneer het het juiste moment is. Ik doe het op goed geluk.

B

Ik weet niet wanneer het het juiste moment is. Ik doe het dus pas als de klant duidelijk aangeeft dat hij akkoord is.

C

Ik voel het juiste moment meestal wel aan, maar vergis me regelmatig want ik krijg regelmatig een "neen".

D

Ik voel het juiste moment meestal wel aan, en meestal klopt mijn gevoel ook.

Question 11 of 11

11- De juiste manier om naar het order te vragen:

A

Gewoon, op de man af.

B

Ik wil geen risico lopen en vraag het voorzichtig, bijvoorbeeld door te vragen wat hij ervan vindt.

C

Zelf vragen is te pusherig. Ik wacht tot de klant het duidelijk aangeeft.

D

Ik stel enkele alternatieven voor en vraag dan voor welk alternatief hij wilt gaan.

Confirm and Submit